X11 en dyscalculie
Veel leerlingen op X11 hebben dyslexie en een enkele leerling heeft daarnaast ook een dyscalculie verklaring in hun dossier. Leerlingen met dyslexie, maar ook leerlingen met de diagnose ADHD hebben vaak moeite met rekenen. Er schijnt een verband te zijn. Maar wat is nu dyscalculie? In dit artikel probeer ik kort samen te vatten wat dyscalculie is en hoe we leerlingen met dyscalculie op X11 proberen te begeleiden.
Ongeveer 2% van de Nederlandse kinderen heeft dyscalculie, daarentegen heeft een veel groter aantal ernstige problemen met rekenen. Deze groep is ongeveer 3 keer zo groot. In de praktijk is het verschil tussen dyscalculie en ernstig rekenprobleem vaak lastig te ontdekken.
Kinderen of volwassenen met dyscalculie hebben vaak moeite met de waarde van getallen, bijvoorbeeld dat de 3 in het getal 532, staat voor 30. Getallen worden omgedraaid, een leerling schrijft dan bijvoorbeeld 59 in plaats van 95 en ziet niet het verschil. Ook het plaatsen van een getal op een getallenlijn is lastig. Naast de grootheden heeft iemand met dyscalculie vaak moeite met het automatiseren van sommen. Een som als 5+5 = 10 lukt dan nog wel na enige oefening, maar over de som 5+6 moet opnieuw worden nagedacht.
Leerlingen die op de basisschool vanaf een bepaalde leeftijd te horen krijgen dat ze niet meer op hun vingers mogen tellen, gebruiken nogal eens andere hulpmiddelen, zoals de tafels en stoelen in het lokaal, om toch gebruik te kunnen blijven maken van hun vertrouwde oplossingsstrategie. Dit doen ze vaak uit onzekerheid. Als optelsommen al een probleem opleveren, dan zijn vermenigvuldig- en deelsommen ook lastig. Zo ook het lezen van een digitale klok.
Als je moeite hebt met rekenen lukt het plannen van je werk vaak ook niet al te best. Het inschatten van de hoeveelheid tijd die je nodig hebt voor een bepaalde taak is moeilijk als je de waarde van getallen slecht kent. Ouders kunnen dan ook het beste helpen bij het maken van een planning voor het leren voor een toets.
Het diagnosticeren van dyscalculie gebeurt meestal vanaf groep 5 van de basisschool, maar vanaf jonge leeftijd kun je als ouder al tekenen zien van een mogelijke dyscalculie. Je kind heeft dan bijvoorbeeld moeite met tellen, telliedjes, herkenning van een hoeveelheid en blijft duidelijk achter bij zijn of haar leeftijdgenootjes.
Voordat de diagnose dyscalculie gesteld kan worden dient je kind eerst een aantal jaren rekenonderwijs te hebben gehad. Op de meeste basisscholen kunnen leerlingen met rekenproblemen door middel van een Remedial Teaching geholpen worden. Als blijkt dat er weinig tot geen vooruitgang wordt geboekt kan een onderzoek door een gedragsdeskundige helpen bij het vinden van de oorzaak. Naast dat het fijn is om een verklaring te hebben voor de moeite die een leerling heeft met rekenen, geeft een goede diagnose ook aan in welke context de problemen zich voordoen. (Breuken, vermenigvuldigen en delen, rekenen met geld, klokkijken) In de dyscalculie verklaring staat vermeld welke specifieke hulp nodig is. Bijvoorbeeld minimaal één keer in de week oefenen met software gericht op de onderdelen waar de leerling het meeste moeite mee heeft. Of individuele instructie naast de klassikale uitleg en het gebruik van de rekenmachine en standaardrekenkaart.
Op X11 heeft een leerling deze dyscalculie verklaring nodig om tijdens toetsen en het examen gebruik te kunnen maken van de extra faciliteiten. Leerlingen met een verklaring krijgen extra tijd bij toetsen en mogen gebruik maken van de standaardrekenkaart die te vinden is op de site www.examenblad.nl. Alle leerlingen mogen in het voortgezet onderwijs gebruik maken van de rekenmachine bij toetsen en het examen.
Op X11 hebben we geen Remedial Teachers, maar kunnen leerlingen tijdens de les en na de les op afspraak met de docent vragen om een verlengde instructie. Het is goed om voor het examenjaar de standaardrekenkaart eens door te nemen met de wiskunde docent. Niet iedere leerling met dyscalculie zal hiervan gebruik willen maken.
Als je dyscalculie hebt zal een reken- of wiskunde opgave vaak wat meer moeite kosten. Net zoals leerlingen met dyslexie meer moeite hebben met het lezen van teksten. Dyscalculie gaat helaas niet over, en bepaalde beroepen waarbij je veel moet rekenen kun je beter niet kiezen. Gelukkig blijven er nog een heleboel andere beroepen over. Dus richt je vooral op wat wél kan. Je kunt prima leven met dyscalculie. Op X11 staan we graag klaar voor leerlingen die zich, ondanks hun dyscalculie, toch blijven inzetten voor een goed resultaat. Misschien zal het geen acht worden, maar die voldoende is zoveel meer waard als je weet dat je je best hebt gedaan.
Kijk voor meer informatie eens op de site van de Universiteit Utrecht of bekijk het filmpje over dyscalculie van Het Klokhuis