WERKEN MET EEN LEERDOELENKAART BIJ NEDERLANDS

WERKEN MET EEN LEERDOELENKAART BIJ NEDERLANDS

Bij Nederlands werkt een aantal klassen met een leerdoelenkaart. Een belangrijk element van effectief leren met een leerdoelenkaart, is de positie daarbij van leerlingen zelf. Door beter zicht te krijgen op hun leerdoelen en de leerstrategie die zij kiezen vanuit de leerdoelenkaart, voeren leerlingen regie op hun eigen leren. Het traject dat zij daarbij doorlopen is per leerling gedifferentieerd qua tempo en mate waarin de docent begeleidt.

Feed-up: drie leerroutes

De leerlingen werken in drie verschillende leerroutes. Welke van de drie het wordt, bepaalt een starttoets. Dit is de feed-up (Hattie en Timperley, 2007) waarin de leerling zicht krijgt op het te behalen doel. Een leerling die al veel leerdoelen beheerst, zal in het komende traject minder begeleiding nodig hebben van een docent en omgekeerd.
De leerdoelenkaart biedt de leerlingen een overzicht van de leerdoelen die zij moeten beheersen. Na het maken van een starttoets noteren de leerlingen de behaalde score per leerdoel. Op die manier zien zij zelf waar de focus op moet liggen. Bij het werken aan een leerdoel kiezen zij een leerstrategie om de lesstof eigen te maken. Vervolgens werken de leerlingen aan opdrachten voor het inslijpen van de theorie. Alles wat zij doen, houden zij bij op de leerdoelenkaart.

Feedback en feed-forward

Na enkele weken volgt een tussentijdse toets. Dit is moment waarop de leerlingen feed-back (Hattie en Timperley, 2007) krijgen. Zij vergelijken hun scores van de tussentijdse toets op de leerdoelenkaart met die van de feed-up: de scores van de starttoets. Een gesprek tussen docent en leerling na de tussentijdse toets vormt de feed-forward (Hattie en Timperley, 2007). Daarin wordt gekeken wat nog voor actie moet worden ondernomen voor het behalen van leerdoelen.

Voordelen werken met een leerdoelenkaart

Het werken met leerdoelenkaarten verlegt de aandacht van doen naar leren. Leerlingen werken immers concreet aan leerdoelen. Ook zorgt een leerdoelenkaart voor eigenaarschap. Leerlingen kiezen zelf een leerstrategie en bepalen grotendeels zelf welke opdrachten zij wel en niet maken. Tot slot is het prettig dat met een leerdoelenkaart wordt gedifferentieerd in tijd. Uiteraard is er een minimumtempo, maar iedere leerling volgt in zekere zin het eigen werktempo.

Evalueren en verbeteren

Na elke periode evalueren we met de leerlingen hoe het werken met de leerdoelenkaart is verlopen, wat beter kan, wat goed werkte en wat minder. Met behulp van Google forms vragen we de leerlingen in hoeverre ze het heeft geholpen de leerdoelen te beheersen. Ook gaan we hierover met leerlingen in gesprek. De leerlingen hebben in de eerste periode van het jaar zonder leerkaart gewerkt, dus ze kunnen deze verschillende manieren van les krijgen ook daadwerkelijk vergelijken. Op basis daarvan passen we de leerdoelenkaart, de manier van tussentijds toetsen of het aanbieden van de lesstof weer aan.

Nusch Romijn is docent bij X11

Reageer op dit artikel

Ook interessant